Verrassend Indonesië op de 'Ring of Fire'! - Reisverslag uit Kuta, Indonesië van Maaike - WaarBenJij.nu Verrassend Indonesië op de 'Ring of Fire'! - Reisverslag uit Kuta, Indonesië van Maaike - WaarBenJij.nu

Verrassend Indonesië op de 'Ring of Fire'!

Door: Maaike

Blijf op de hoogte en volg Maaike

05 April 2016 | Indonesië, Kuta

Na Cambodja ging ik op weg naar het laatste land tijdens deze Azië-reis: Indonesië!

Aangekomen in Jakarta op het eiland Java voelt het nóg warmer aan dan ik al gewend was, doordat het erg klam is. Nóg maar een tandje er af dan in mijn tempo :) Het valt me op dat mensen naar me lachen en heel vriendelijk naar me terug roepen. Iedereen lijkt hier goede zin te hebben. Geweldig om hier het oude Nederlandse verleden te zien door oud-Nederlandse woorden op straat. Ik duik Jakarta in door meteen allerlei lokale gerechtjes op straat te proberen. En ‘s avonds is mijn eerste nasi goreng al een feit. Op het centrale plein in het oud-Nederlandse gedeelte ‘Kota’ is het druk op deze zondag met hangjeugd en hier wordt ik steeds gevraagd of ik even met ze wil praten in het Engels. Ze stellen allemaal dezelfde vragen en soms hebben ze geen idee wat ik antwoord, maar ik besluit toch maar serieuze antwoorden te blijven geven...het wordt ten slotte gefilmd. Verder bezoek ik in Jakarta de grootste moskee van zuid-oost-Azië, slenter ik door wat wijken en steegjes en bezoek ik het maritiem museum en de haven. Het is toch wel fijn om weer in een ontwikkeld land te zijn, na een paar maanden in derde wereld landen.
Het mooie van Indonesië is dat het erg ontwikkeld is, maar toch het Azië gevoel heeft; bruisend leven op straat, warm, de brommertjes, etc...
Met Desta, de receptionist van Teduh hostel, en Valerie bezoek ik per trein Bogor; om de botanische tuinen en de Nederlandse graven te bezoeken. Desta heeft ons mooi het lokale eten laten proeven en vertelde over zijn leven in Jakarta. Bij het afscheid trakteert hij me nog op een hele doos Pisang-bollen, één van de lekkerste dingen die ik in Azië op heb, die ik ’s avonds gezellig gedeeld heb met de Nepalezen in het hostel.

Tijdens de treinrit naar Bandung is het uitzicht supermooi door groene heuvels, bergen en rijstvelden. Bij deze regenachtige stad heb ik de mooie Tangkuban vulkaan bezocht. De anderhalf uur durende rit achterop de brommer om aan de rand van de krater te komen, was al minstens zo mooi. Jammer dat de entree 200.000 Rupiah kost, oftewel 13 euro, terwijl dat voor locals 20.000 Rupiah is. Dit onderscheid was er helaas bij vele toeristische trekpleisters in Indonesië.

Ik was speciaal via Bandung gereisd omdat de treinrit van hier naar Yogyakarta de mooiste van Indonesië moet zijn. En WAUW, geweldig zo mooi! Deze gaat langs de vele vulkanen, heuvels, palmbomen, dorpjes en rijstvelden. Zo’n 8 uur uit mijn raampje kijken vanuit de luxe trein met customer service (maar hangtoilet ). Het voelde als een excursie op zich in plaats van een lange reisdag. Met heerlijke Zuppa Zuppa (kippensoep met een soort broodlaagje erop), die de bediening tot drie keer toe aan me mocht serveren.

Indonesië bevindt zich precies op de ‘Ring of fire’, een gebied dat bekend staat om het optreden van aardbevingen en vulkaanuitbarstingen. Het land heeft dan ook vele (actieve) vulkanen, waarvan ik er gelukkig meerdere heb kunnen beklimmen en bekijken.

Yogyakarta (die stad moet veel punten opleveren als je hem op de juiste plek legt met scrabble) ligt in centraal Java en is vooral populair wegens de Borobodur en Prambaban in de buurt.
Maar het hoogtepunt (ook letterlijk) voor mij was hier toch het beklimmen van de Merapi vulkaan, een van de 16 meest actieve vulkanen in de wereld. En dit deden we ‘s nachts om voor de zonsopkomst op de top te zijn. Om 22.00 uur opgehaald worden bij het hostel voor een hike had ik nog niet eerder gedaan. Toch wel wat zenuwachtig en gestresst van het verslapen bij mijn siësta stapte ik in de auto en werden we naar de voet van de vulkaan gereden op zo’n
1500m hoogte bij Selo. De top en de krater ligt op 2900m. Voor we aan de klim begonnen rond 01.00 uur ‘s nachts wilde de gidsen nog even de handen bij elkaar voor een kort gebed voor goed geluk. Oke. Nu word ik echt zenuwachtig….
Daarna vertrokken we het donker in, bepakt met zaklamp, hoofdlampje en flink wat water. 9 km maar, maar in het donker, steil omhoog, door bos, over los zand en keien... halverwege de klim zouden we horen of het veilig genoeg was om door te trekken naar de top. De vulkaan wordt continu in de gaten gehouden op seismologische activiteit. We hadden geluk….ruim vier uur later zaten we op de rand van de krater te wachten op de zonsopkomst.
Helaas wat bewolkt, maar heel gaaf om daar te zitten. De klim was niet zo zwaar als ik vreesde, de drie uur naar beneden was vermoeiender. Maar nu het licht was zagen we pas hoe mooi het was! Springend naar beneden over het losse zwarte zand. Met geweldige uitzichten op de vulkaan en de groene omgeving. Het was vooral ook gezellig om samen gedaan te hebben met de Colmbiaanse Johanna. Heel moe maar voldaan plofte ik rond het middaguur mijn bed weer in. Het Wakeup guesthouse was gelukkig heerlijk luxe en op een perfecte locatie weg van de toeristen maar om de hoek van heerlijk streetfood en de grootste winkelstraat.
Op de brommer heb ik een dagje de stranden in het zuiden bezocht waarbij ik over de goede geasfalteerde smalle weggetjes door de dorpen ben geslingerd. Het is zo fijn om hier in het regen/laagseizoen te reizen, want ik zie hier op Java amper andere toeristen als ik buiten het hostel stap.
Het Prambanan Hindoe-tempelcomplex bij Yogyakarta viel me tegen, maar de Borobudur vond ik heel indrukwekkend! Door de grootte en door de mooie stupa’s, maar vooral door de ligging midden in het oerwoud, op zo’n 40 kilometer van Yogyakarta. Bij deze grootste boeddhistische tempel ter wereld waren we nog voor de poort openging, constateerde onze chauffeur. Lekker bij de hand zei ik dat dat kwam omdat hij te hard had gereden. Wat haat ik dat toch als chauffeurs het totaal niet belangrijk lijken te vinden of we veilig aankomen. Omdat we er (speciaal) zo vroeg waren, was het nog erg stil zonder te veel andere toeristen en hoorde je de dierengeluiden vanuit de jungle en zag je de dauw nog optrekken. Super! De Australische Meg, waarmee ik de taxi deelde, kwam er ter plaatse achter, dat ze er al eens eerder was geweest…. Haha…. ach, dat is een luxeprobleem.

Naast de gangbare buitenlandse woordjes leerde ik in Indonesie al gauw ‘Hati hati’, wat ‘voorzichtig/opletten’ betekent. In het openbaar vervoer strooien ze ermee als de deur opengaat, maar ik heb het zelf vooral gebruikt wanneer ik weer eens van mezelf wilde laten horen tegen een in slaap vallende bus chauffeur of tegen de naar mijn mening te veel inhalende brommertaxi-chauffeur.

De rit naar Cemoro Lewang (voor de Bromo vulkaan) was gevaarlijk. En dit kwam door de bestuurder van ons belabberde busje. Eerst lijkt hij een paar keer in slaap te vallen en roep ik hem wakker, omdat ik bij hem voorin de bus zat. Daar komt de ‘hati hati’ weer van pas. We stoppen kort daarna, omdat hij gelukkig besloot toch maar heel even te pauzeren. Ik bied koffie aan maar dat hoeft hij niet. Hij spreekt geen engels dus communiceren is lastig. Hij haalt daarna weer aan alle kanten het verkeer in, waarbij we een paar keer bijna op een tegemoetkomende vrachtwagen knallen. Hij lijkt niet onder de indruk. En terwijl hij mij een sigaret aanbiedt raken we bijna van de weg. Ik dacht toen al dat dit verkeerd kon gaan aflopen en dat ik uit dit busje wilde. Een half uur later, nog steeds voorin dit busje, zonder gordel, met eigenlijk nog 8 uur in deze bus voor de boeg...besloot ik uit te stappen. Dan maar een dag extra kwijt om naar de Bromo te komen, en mijn geld voor het transport kwijt. Deze man gaat mijn leven niet langer riskeren. Ik wist inmiddels door de geweldige app Maps.me dat ik kon uitstappen in een dorpje met een treinstation: Caruban. Hij snapte er niks van toen ik in mijn beste Indonesisch aangaf hier uit te willen stappen. Jammer dan. Het busje uit, backpack mee, en binnen 1 minuut zat ik in een fietstaxi naar het treinstation. Gelukkig ging er dezelfde dag ‘s avonds (4 uur later)nog een trein naar Surabaya. Dan daar maar een nachtje slapen en morgen de trein en bus naar Probolinggo regelen. Ik merkte ineens hoe lastig het is als je echt de taal niet spreekt en men geen Engels kan. Hier komt normaal geen toerist dus Engels spreken zijn ze niet gewend. Eten wat de pot schaft in het eettentje tegenover het treinstation (nog geen idee wat het was) en wachten maar....
In de trein ontmoette ik Andie, een Javaanse hele lieve vrouw, die me heel graag wilde helpen met het kopen van mijn ticket voor morgen en het vinden van een goed hostel en een veilige taxi. En de conducteurs hingen ook al erg geïnteresseerd om me heen, alsof ze niet vaker een toerist zagen. Al met al een van de leukste dagen doordat ik gewoon eens ergens uitstap waar geen toerist komt, en wat niet volgens planning is.

De dag erna ging de reis voorspoedig naar Cemoro lawang, wat tegen de - nu actieve - Bromo vulkaan aan ligt. ’s Middags ben ik al naar het uitzichtpunt gewandeld en had ik een mooi zicht op dit erg surrealistisch landschap. Schitterend! En wederom bijna geen andere toeristen omdat de meesten ’s ochtends heel vroeg daar zijn. En dat is wat ik de ochtend erna nog eens gedaan heb. Om 3.00 uur nog eens vertrokken, waarbij ik tot het eerste, inmiddels bekende, uitzichtpunt alleen liep, en daar wachtte tot ik kon aanhaken bij anderen. Alleen verder vond ik toch wel wat eng. Toen ik twee meiden zag lopen, ben ik bij hen aangehaakt, bij de gezellige Engelse Grace en Schotse Abby. We hebben daar de zon zien opkomen en weer staan genieten van het landschap. Ik vond het ’s middags bijzonderder, waarschijnlijk omdat ik het landschap toen voor het eerst zag, maar zeker ook omdat er toen geen tientallen mannen stonden om je een lift omhoog op hun paard aan te bieden, en ook niet de vele jeeps die groepen toeristen afzetten dichtbij het uitzichtpunt. Omdat de Bromo actief was, was het niet toegestaan naar de vulkaan te wandelen en de krater op te klimmen.

Toevallig bleek dat ik ook met Abby en Grace naar de Ijen vulkaan ging met een tour die we dus beiden hadden geboekt. Samen met de Poolse ‘eclips-jager’ Thomas en Franse Christine en Christian zaten we in de auto richting die Ijen. Een hele gezellige groep waarmee ik daarna om 00.30 uur (!) gereed moest staan om te vertrekken naar deze vulkaan, die berucht is wegens de zwavelwinning. Na een bochtige autorit en een niet al te zware wandeling/klim van anderhalf uur stonden we op de kraterrand en keken we de donkere krater in. Vanaf daar zijn we de (uitgehakte) trappen afgedaald, waarbij we ook gasmaskers bij ons hadden voor het geval de zwaveldampen onze kant op zouden waaien. Onderweg naar beneden kwamen tientallen zwaveldragers ons tegemoet geklommen met volle manden (tot wel 80 kilo!) met uitgehakt zwavel op hun schouders. Deze zwavel hakken ze ’s nachts uit aan de rand van het kratermeer, waarbij ze onmogelijk de dampen van de zwavel kunnen vermijden. Ze sjouwen de zwavel de krater uit en de berg af, waarvoor ze 0,06 cent per kilo(!)krijgen. Deze zwavel schijnt te worden gebruikt voor de cosmetische- en medicijnen industrie. Na de zonsopkomst zagen we het supermooie turquoise blauwe water in het kratermeer en de gele zwavelvlakken in de krater. Van te voren las ik spannende verhalen over deze wandeling, zeker ook over het afdalen in de krater, met één van de zuurste meren op aarde. Maar dit viel allemaal heel erg mee en ik ben blij dat ik juist deze vulkaan niet overgeslagen heb. Na de afdaling van de vulkaan, zaten we om 07.00 uur moe en hongerig aan onze overheerlijke nasi goreng (als ontbijt ) voordat we naar de ferry richting Bali werden gebracht.

Bali:
Met de ferry aangekomen in Bali is alles anders. Het vervoer is duurder, accommodaties voor dezelfde prijs zijn slechter, maar vooral voelt het anders. Je wordt hier als toerist als een lopende geldzak gezien en continu wordt er naar je geroepen of je transport nodig hebt of dat je die ene excursie wilt doen. Pfff…. eigenlijk was dit al te verwachten, maar ik was te nieuwsgierig om Bali over te slaan. Na een dagje Lovina in het noorden aan het strand en een dagje in de bergen in het binnenland ben ik neergestreken in het kunstenaarsdorp Ubud. Hier heb ik me 4 dagen vermaakt met veel lezen, wandelen, yoga, scooterrijden, en vooral eten:) Indonesisch lunchbuffet wel te verstaan, afgewisseld met een Westerse schnitzel of lasagne. Erg duur hier, maar ik had gelukkig een leuke Indonesische toko gevonden die wel normale prijzen hanteert. Bali is een mooi klein eiland, maar voor mij toch al wel verpest door de manier waarop ze toeristen behandelen.

Lombok:
De ferry overtocht naar Lombok is luxe! Lekker met airco in een relaxte stoel, in vijf uurtjes de oversteek gemaakt. Het is de goedkoopste en langzaamste manier om over te steken, maar voor mij de meest relaxte en ik dacht ook veiligste manier. Achteraf hoor ik dat een ferry op dezelfde route drie maanden eerder nog is gezonken. Gelukkig wist ik dat niet voor ik op de ferry stapte!
Als ze op Lombok al meteen moeilijk gaan doen tijdens de rit van de ferry naar Senggigi ben ik even bang dat Lombok ook al verpest is door het toerisme net zoals Bali; de chauffeur wilt me van alles aansmeren zoals een terugrit omdat dat daarna niet meer te regelen zou zijn, zeker niet voor die prijs, en hij spreekt me continu aan met ‘listen my friend’. Nou, daar krijg ik dus jeuk, en achterdocht van...
In de zee bij Senggigi kom ik Tilburgers tegen die nu in Lombok wonen en krijg ik insidertips en genieten we gezellig op het strand van de mooie zonsondergang met tempe goreng als snack; een geweldige dag en ik heb zin om Lombok te ontdekken.

Ik reis door naar Gili Air, een van de drie Gili eilanden net buiten de kustlijn van Lombok, en zie onderweg naar de haven dat Lombok zo mooi en groen is. Aangekomen bij de haven blijkt dat we nog een stuk moeten lopen ondanks de geboekte transfer. Dat zegt onze regelaar dan als we al even zitten te wachten in een gebouwtje, maar de boot er schijnbaar nu aankomt. We kunnen paard en wagen gebruiken om daar nu heen te gaan, op eigen kosten uiteraard. Dat vind ik onzin en weer een typisch geval van toeristennaaierij. De meesten stappen natuurlijk in een wagen achter een oververhit paard waar je de hoofdprijs voor betaald. Had me dit 10 minuten eerder gezegd en ik was zelf gewoon op mijn gemak naar de haven gewandeld, ook met mijn backpack. Dus ik wijs naar de lege plek achterop dat brommer van de regelaar’’; en vertel hem dat hij de gelukkige is die mij (gratis) mag brengen. Verrassend genoeg zegt jij meteen oké, en hij geeft op de brommer toe dat hij dit systeem ook niet fair vindt.... mooi toch! Cursusje assertiviteit krijg je automatisch mee tijdens een tijdje alleen reizen.

Met veel geluk vind ik op Gili Air een geweldig, knus en modern backpackers’hostel’. Na wat luxe nachten in een gedeelde airco bamboe bungalow, en te laat zijn met verlengen, sliep ik ook twee nachten op de veranda op een matrasje onder het muskietennet, wat super is als je wakker wordt met het geluid van vogels en hanen. Naast genieten van de hele mooie zonsondergang elke dag op het strand, heb ik hier gedoken en gesnorkeld. Voor het duiken bleek de opfris-snel-cursus en -duik in het zwembad hoognodig: mijn laatste duik was alweer vier jaar geleden en ik was veel vergeten. De duik daarna viel me wat tegen hoewel we ook twee schildpadden zagen, maar ik had er meer van verwacht. Ik voelde me daarna ook niet zo lekker, dus uiteindelijk heb ik maar één duik gedaan daar. Met de Argentijnse Maria ga ik nog een dagje mee met een boottocht om te snorkelen rond de drie gili’s. Dit vond ik net zo mooi! Alleen ongelofelijk om te zien hoe tien toeristen tegelijkertijd menen dat ze een schildpad moeten gaan aanraken en daarom steeds ernaar toe duiken...die snappen het niet vind ik. Er zat inmiddels een leuke groep mensen in dit hostel waarmee we gezellig samen aten en relaxte in de bamboe overkapping aan het zwembad. Verder had ik het geluk op Gili Air de (gedeeltelijke) zonsverduistering mee te kunnen maken. Met zijn allen aan het ontbijt zaten we om en om met vier zonnebrillen voor onze ogen de verduistering te bekijken. Echt super mooi en je merkte ook echt dat het een stukje donkerder en minder warm werd.

Mijn allerlaatste halte van mijn reis door Azië is in Kuta in Zuid-Lombok. De transfer naar deze plaats was hilarisch, door onze leuke chauffeur, en het eindigde met de vraag hoeveel een toekomstige bruidegomsfamilie voor mij zou moeten bieden. Na wat rekenen kwamen we uit op 7 ton rijst en dus 1 hectare grond op Lombok. Wel zou ik dan moslima moeten worden. Ik heb gezegd dat ik er even over na wil denken….
Kuta is alles behalve erg toeristisch en dus een mooie laatste plek. De eerste nacht sliep ik hier na een filmavondje met wat anderen op matrassen in de woonkamer van het hostel, omdat het vol was, maar ik wel welkom was. Mooi dat dat kan, en de dag erna kon ik doorschuiven naar een nette dorm. Ik heb hier voor 5 dagen een scooter gehuurd omdat het hostel uit het centrum lag en deze dus wel nodig was. Hiermee ben ik een paar dagen aan het rondtouren geweest langs de stranden en over de heuvels en heb ik toch op de valreep nog even een lekke band meegemaakt. Gelukkig werd deze voor een nette 10.000 Rupiah (€0,60) gemaakt en kon ik daar tussen de lokale mannen op wachten, terwijl ze uiteraard nieuwsgierig hun vragen in hun beste Engels op me af vuurden. Verder heb ik mezelf hier getrakteerd op heerlijk Mediterraans eten, een yogales met uitzicht op zee, souveniershopping, en vooral lekker relaxen voordat ik weer naar Nederland zou terug vliegen. Het diverse Indonesië heeft me echt positief verrast, vooral Java.

Maar nu zit mijn geweldige- vrije- langer dan verwachtte- backpackreis er dan toch echt op.

Inmiddels ben ik al weer drie weken thuis en ben ik weer een beetje gewend aan het leventje hier. Het voelde heel onwerkelijk in de eerste week, en wat me vooral opviel is dat het hier op straat zo stil en verlaten is. Een hele tegenstelling met het drukke, bruisende leven in Azië wat zich vooral op straat afspeelt. Reizen in Azië was nog veel leuker dan ik dacht. Maar ook ; wat kunnen mensen zich hier toch druk maken om onrelevante dingen.

“Reizen maakt je een beter mens. Simpelweg omdat reizen je helpt sneller te ontwikkelen en een mildere kijk op de wereld te ontwikkelen.”

Waarom is het zo fijn om alleen te reizen:
- Je hebt de ultieme vrijheid!
- Je vergroot je comfortzone
- Je ontmoet veel nieuwe mensen
- Je hebt meer focus op de omgeving
- Je leert jezelf goed kennen

I did it!

Nu weer lekker aan het werk en leuke dingen doen met vrienden en familie. En dan maar weer eens gaan denken over een volgende vakantiebestemming. Mijn bucketlist is alleen maar groter geworden na het horen van de verhalen van veel reislustige mensen.

Dank je wel voor het volgen van mijn reisverhalen!

Groetjes Maaike

  • 07 April 2016 - 19:15

    Corry:

    Hoi Maaike,
    bedankt voor je geweldige reisverslagen; ik heb er echt van genoten. Knap van jou dat je het helemaal alleen gedaan hebt. Natuurlijk vind je wel vlug aansluiting, maar toch.
    Het zal weer wel een hele aanpassing zijn geweest hier in Nederland; je moet je na zo vrij te zijn geweest toch weer helemaal aanpassen aan de westerse gebruiken. Ik wens je er veel succes mee.
    Groetjes van Corry.

  • 11 April 2016 - 11:19

    Sylvie:

    Heerlijk om mee te lezen met al je avonturen! Je Nederlandse leven is inmiddels weer in volle gang, ik ben benieuwd hoe je dat ervaart! En hoe lang het duurt voordat je een volgende reis gaat uitstippelen. :-) Bedankt voor het delen van je avonturen.
    Tot gauw!
    Groetjes, Sylvie

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Maaike

Actief sinds 23 Aug. 2015
Verslag gelezen: 1177
Totaal aantal bezoekers 7658

Voorgaande reizen:

17 September 2015 - 30 Januari 2016

Azië

Landen bezocht: